Foto door Wayta Patmo.
PLAAGGEEST OVER DE LIEFDE
Quinsy Gario is een vrolijke jongen van 27 die zich bezighoudt met zware thema’s als postkolonialisme, racisme, zwarte piet. “Die termen zijn een beetje mijn schild.”
Quinsy Gario (27) zegt het belangrijkste op het einde van het interview. “Ik durf het nu aan om eerlijk te zijn. De vrouw waarover mijn voorstelling gaat wilde niet dat ik het over onze liefde had, maar ik laat me de mond niet meer snoeren.” Over die specifieke liefde wil de dichter en theatermaker verder niks kwijt, te kwetsbaar. Maar over de liefde in het algemeen, daar gaat hij in zijn drieluik dat hij dit jaar bij MC speelt van alles over zeggen.
Wat ga je vertellen over de liefde?
“Ja ….. ik moet eigenlijk het eerste zeggen wat er in me opkomt, want anders doe ik toch weer wat ik ook doe in mijn gedichten: schuilen achter woorden. Ik zeg het gewoon. Het eerste deel gaat over liefde van mezelf voor mezelf. Het tweede deel over liefde voor een ander, en het begrip dat liefde voor een ander begint met liefde voor jezelf. Het derde deel gaat over het vertellen aan de buitenwereld over de liefde. Dat je beseft dat je de liefde die je voelt voor een ander niet hoeft te verbergen van de blikken van anderen.”
Vorig jaar november won Gario, die graag en veel een lach lacht die tegen de gniffel aanhangt, de makersprijs tijdens het festival Hollandse Nieuwe, onder zijn pseudoniem T. Martinus. Een paar weken later was hij volop in het nieuws met zijn Zwarte Piet is Racisme campagne. Iedereen in Nederland en daarbuiten had een mening over hoe hij tijdens zijn kunstproject, zo noemt hij het zelf, of zijn demonstratie, zo zag de politie het, bij de intocht van Sinterklaas in Dordrecht door de politie hardhandig werd afgevoerd. De eerste twee delen van het drieluik, die hij speelde op het Fringe Festival en Hollandse Nieuwe, beginnen met de hoofdpersoon die ontwaakt in een kamer en niet weet waar hij is. Hij gaat op zoek naar zijn verleden, zijn identiteit. Dit jaar maakt hij bij MC het derde deel van het drieluik, en speelt hij de drie delen in een avondvullend programma na elkaar op verschillende plekken in het MC-theater.
Een half jaar geleden beschreef je het tweede deel van je drieluik nog met termen als postkolonialisme, xenofobie, identiteit. Waar zijn die thema’s gebleven?
“Die zitten er ook nog in, in alle drie de delen. De locaties waar de delen zich afspelen, Amsterdam, Parijs, Manchester hebben allemaal te maken met handel van goederen en ideeën, met import en export. Maar nu vind ik dat je die begrippen minder voorop moet stellen, het is toch al onderdeel van wat je doet.”
Een half jaar geleden stelde je die termen nog wel op de voorgrond.
“Ach ja, toen voor het Hollandse Nieuwe festival was ik nogal boos. Ik was teleurgesteld in de reactie van sommige mensen over mijn Zwarte Piet is Racisme T-shirts. Mensen zeiden dat ik niet zelf iets mocht beginnen, maar me aan had moeten sluiten bij andere acties. Toen dacht ik: ik ga even goed voor neerzetten waar ik mee bezig ben en wat ik doe. In mijn teksten gaat het ook vaak over het besef waar we vandaan komen en hoe we gekomen zijn tot het punt waar we nu zitten. Nu denk ik eerder dat je die thema’s met je mee moet dragen, maar dat het niet de hoofdmoot moet zijn. Ik verschuilde me toen achter die thema’s, in plaats van ze te belichamen.”
Waar verschuilde je je dan voor?
“Ik had het er laatst over met een vriendin van mij. Ze vertelde wat ze dacht toen ze me eerst ontmoette: ‘wie is deze kwast nou? Heel erg obnoxious, met allemaal intellectuele termen lopen strooien, iets zeggen en dan weglopen’. En zo ben ik ook wel een beetje. Ik kijk op die manier eerst de kat uit de boom.”
Hoe verhoudt de vrolijke, ondernemende, open jongen zich tot die boze, strijdlustige thematieken?
“Misschien is het ook wel een wand. Dat ik daardoor niet na hoef te denken over andere dingen, over mezelf. Zelfbescherming door middel van grootse thema’s. Ik vind het interessante thema’s om te behandelen. Het is ook een fascinatie met de blindheid van anderen, hoe sommige mensen dingen niet willen zien, en gelukkiger zijn omdat ze het ook niet zien. Dan denk ik: ik ga daar even in prikken. Ik ben ook een beetje een plaaggeest.”
Je wil kennis verspreiden. Maakt kennis gelukkig?
“Kennis maakt me niet gelukkig, maar het geeft me wel een schild. Het zorgt ervoor dat ik minder snel gekwetst kan worden door opmerkingen, omdat ik weet waar de opmerking die geplaatst wordt vandaan komt. Daardoor kan ik beter reageren, kan ik uitleggen waarom ik denk dat een opmerking racistisch is. Okee, jij noemt mij aap omdat de schaamplippen van Sarah Bartmann na haar dood in 1815 door Georges Cuvier gebruikt werden om een link te leggen tussen Afrikanen en apen. Dat jij dat niet weet, dat vertel ik je nu even. Zodat je zelf kan nadenken over hoe die term bij jou terecht gekomen is.”
Als je aan het publieke debat deelneemt dan krijg je gegarandeerd nog veel meer racisme over je heen.
“Maar het is net als bij een ontstoken wond. Af en toe moet er wat pus uit, dan komt het schone bloed pas. En ik lees de reacties op internet niet hoor.”
Wat vind je leuk aan performen?
“Ik vind contact met het publiek heel vet. De manier waarop ze reageren op wat je zegt, zorgt ervoor dat jij er nog meer uit kan halen. Het laatste jaar heb ik ook veel gedaan aan improvisatiedichten. Op het podium gaan staan zonder dat je precies weet wat je gaat zeggen. Het publiek is medemaker op dat moment, hun reactie zorgt dat je een bepaalde kant op gaat. Ik heb een paar keer voor publiek gestaan dat ik dacht: moet ik nou wel zeggen wat ik wil gaan zeggen? Doe je het toch, denk je: dit loopt verkeerd af. En dan gaat het toch goed.”
Geef eens een voorbeeld?
“Ik was in 2010 in Venlo, het was rond de tijd dat de Antillen stopten met bestaan. Ik deed een keihard gedicht over hoe er in Nederland tegen Antillianen aangekeken wordt. Hoe ze altijd alleen maar gezien worden als economisch verlies. Je denkt Venlo, PVV-country. Maar die mensen stonden gewoon te klappen. Ik won die avond de poetry-slam. Door dat soort ervaringen heb ik ook geleerd om mensen niet in een hoekje te stoppen. Mensen in die regio stemmen wel PVV, maar ze weten eigenlijk niet waar ze op stemmen.”
“Op het podium staan is ook kennis delen. In de wereld van je publiek treden, en dat zij in jouw wereld treden, dat is best wel magisch.”
Waarom wilde je poetry naar het theater brengen?
“Ik was met Poetry Cirle Nowhere in Manchester bij het Contact Theater, daar werkten we aan een voorstelling met onze groep van poets. Dat was heel leuk, maar ik merkte dat mijn reikwijdte beperkt werd. Dus ik dacht: laat ik het alleen proberen. Ik merkte dat ik meer wilde doen met performen. Per avond een of twee gedichten doen, dat is leuk, maar met meer tijd kan je ook meer vertellen.”
In het eerste en tweede deel wordt je in je eentje wakker in een kamer. Ga je dat in het derde deel ook doen?
“Nee. Wakker worden laat zien dat je even tot rust bent gekomen en dan weer verder gaat. In het derde deel zit de rust erin dat je iemand anders hebt gevonden met wie je altijd rustig kan zijn.”
The Principles of Certainties van T. Martinus
T. Martinus won met zijn presentatie The Thief of Certainties in november de Hollandse Nieuwe Makersprijs 2011 van MC. Met deze prijs krijgt zij bij MC de mogelijkheid artistieke en productionele begeleiding om zijn stuk verder uit te werken en opnieuw te laten spelen. The Principles of Certainties speelt van 13 tot en met 17 maart 2012 in het MC Theater en op 6 april in het Bijmerparktheater samen met de winnaar van de Hollandse Nieuwe Toneelschrijfprijs Medi Broekman.